Keurmerk Sociaal Verantwoord Incasseren behaald!

Van der Vlies Gerechtsdeurwaarders kan met gepaste trots mededelen dat het kantoor het Keurmerk Sociaal

Lees verder >

Van der Vlies Gerechtsdeurwaarders kan met gepaste trots mededelen dat het kantoor het Keurmerk Sociaal Verantwoord Incasseren heeft behaald! Het keurmerk wordt op 23 oktober aanstaande in ontvangst genomen. Het Keurmerk SVI wordt uitgereikt aan organisaties die incassoactiviteiten uitvoeren op een correcte en klantvriendelijke manier, waarbij geen onnodige kosten in rekening worden gebracht. 

Een eerste contact met een incasseerder leidt vaak tot grote stress bij een schuldenaar. Indien er meerdere schuldeisers zijn, wat vaak voorkomt, kan dit leiden tot een schuldenaar die zich terugtrekt en niet meer reageert op correspondentie van de incasseerder. Ondernemingen met het Keurmerk SVI helpen schuldenaars niet enkel bij het oplossen van hun schuldenproblematiek, maar zijn vaak ook in staat om schuldenaars te begeleiden naar een schuldenvrije toekomst.

Het keurmerk is in 2016 in het leven geroepen om door middel van een onafhankelijke toetsing aantoonbaar te maken dat een onderneming zich bewust is van haar verantwoordelijkheid. Het behalen van het Keurmerk SVI toont daarom aan dat Van der Vlies zich bewust is van de maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid die het kantoor heeft. Er zijn slechts negen andere ondernemingen met het Keurmerk SVI.

Meer informatie over het keurmerk? Zie de website www.keurmerk-svi.nl.

Lees minder <

Uitspraak: AVG van toepassing op personeelsdossier

De rechter heeft op 25 juli 2018 geoordeeld dat een werknemer op grond van de

Lees verder >

De rechter heeft op 25 juli 2018 geoordeeld dat een werknemer op grond van de AVG recht heeft op inzage in zijn personeelsdossier.

Situatie
De werknemer in casu, die op 11 februari 2002 in dienst was getreden, had zich op 5 maart 2018 ziekgemeld. Minder dan twee maanden later heeft de werkgever hem genformeerd dat hij de auto en telefoon die hij had gekregen voor zijn werk, op grond van zijn arbeidsovereenkomst diende terug te geven. De werkgever voerde aan de auto dringend nodig te hebben en de werknemer had deze, vanwege zijn arbeidsongeschiktheid, niet meer nodig voor zijn werkzaamheden, aldus de werkgever. De de werknemer heeft de auto niet teruggebracht, waarop de werkgever de kosten voor het huren van een vervangende auto in heeft gehouden op het salaris.

Rechtsvraag
De werknemer heeft op grond van de AVG de afgifte van (een kopie van) zijn volledige personeelsdossier gevorderd. De vraag in deze zaak is of de AVG van toepassing is op het bijhouden van een personeelsdossier en dienovereenkomstig op het verzoek tot inzage in het personeelsdossier.

Oordeel
De AVG is van toepassing op de geheel of gedeeltelijke geautomatiseerde verwerkingvan persoonsgegevens, alsmede op de verwerking van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te worden opgenomen. Niet duidelijk is of het personeelsdossier van de werknemer in kwestie geautomatiseerd werd verwerkt, bijvoorbeeld in een online-database of op de computer opgeslagen documenten. Wanneer dat het geval zou zijn, valt het personeelsdossier onder de AVG.

Wanneer de documenten in het personeelsdossier van de werknemer echter niet geautomatiseerd worden verwerkt, dient nog te worden beoordeeld of het personeelsdossier kan worden aangemerkt als bestand. Om als bestand in de zin van artikel 4 lid 6 AVG te kunnen gelden is vereist dat de persoonsgegevens een gestructureerd geheel vormen dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is. Daarvoor is een samenhangend geheel en een systematische toegankelijkheid van de persoonsgegevens vereist. Het vereiste gestructureerd geheel houdt in dat de gegevensverwerking of de verzameling op grond van meer dan n kenmerk een onderlinge samenhang vertoont.

Ook voor zover het personeelsdossier door de werkgever niet geautomatiseerd wordt verwerkt, is de rechter van oordeel dat een personeelsdossier meerdere kenmerken bevat die zodanig met elkaar samenhangen dat al die gegevens naar de werknemer zijn te herleiden. Het personeelsdossier is in dat geval aan te merken als bestand in de zin van de AVG waarmee het dus sowieso onder het toepassingsgebied van de AVG valt.

Conclusie
Op grond van de AVG heeft de werknemer dus onder meer het recht om wanneer duidelijk is dat zijn persoonsgegevens worden verwerkt inzage te verkrijgen van die persoonsgegevens en op de verstrekking van een kopie van zijn persoonsgegevens die worden verwerkt.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

 

Lees minder <

Minister Dekker stelt mkb-rechter en lekenrechter voor

Minister Dekker van Rechtsbescherming stelt drie experimenten voor die moeten leiden tot een maatschappelijk effectiever

Lees verder >

Minister Dekker van Rechtsbescherming stelt drie experimenten voor die moeten leiden tot een maatschappelijk effectiever rechtspraak. Zo denkt hij aan een MKB-rechter, een deskundige lekenrechter en een alternatieve echtscheidingsprocedure. 

Voordelen

Dekker vindt het interessant om te experimenteren met een procedure voor de MKB-rechter, die de voordelen van het kort geding en de bodemprocedure in zich verenigt. ‘Deze actieve rechter is erop gericht om een snelle en praktische oplossing te bereiken voor een geschil tussen MKB-ondernemers die door willen gaan met ondernemen of die hun goede handelsrelatie graag willen voortzetten.’ Dekker stelt voor zo’n procedure bij de MKB-rechter te laten starten met een aanmeldformulier dat door eiser wordt ingediend bij de griffie van de rechtbank en dat eventueel wordt gevolgd door een reactieformulier van de zijde van verweerder.

Andere experimenten

In de toelichting noemt Dekker als tweede experiment de inzet van de deskundige lekenrechter. ‘Geen jurist, maar wel iemand met bijzondere deskundigheid op een ander terrein om in een concrete zaak een geïnformeerd oordeel over het geschil te kunnen geven.’ Als derde mogelijkheid introduceert Dekker een alternatieve laagdrempelige snelle toegang tot de familierechter. ‘Hierbij gaat het erom een procedure te ontwikkelen die erop is gericht om de echtscheiding op zo harmonieus mogelijke wijze te laten verlopen, bijvoorbeeld door een neutrale gezinsvertegenwoordiger bij de procedure te betrekken.’

Met de experimenten wil Dekker ‘maatschappelijk effectievere rechtspraak’ bewerkstelligen. Het voorstel en de toelichting zijn onlangs gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl. Oorspronkelijk artikel lezen? Klik hier.

Lees minder <

Verzekeraar moet letselschade ‘shaken baby’ vergoeden

De aansprakelijkheidsverzekeraar van een vader die zijn baby met kracht door elkaar had geschud met

Lees verder >

De aansprakelijkheidsverzekeraar van een vader die zijn baby met kracht door elkaar had geschud met letsel tot gevolg, moet de schade vergoeden. Dat heeft de Hoge Raad bepaald. In zijn uitspraak geeft de Hoge Raad uitleg over de toepassing van de zogenoemde ‘opzetclausule’ in aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren (AVP).

Strafrechtelijke procedure

Een vader heeft zijn baby, een jongetje van bijna zes maanden oud, met kracht door elkaar heeft geschud. De baby liep daardoor blijvend hersenletsel op (shaken baby syndroom). De vader werd strafrechtelijk veroordeeld voor het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Hij kreeg geen straf opgelegd onder meer omdat hij sterk verminderd toerekeningsvatbaar was.

Civiele procedure

In een civiele procedure heeft de moeder, als vertegenwoordiger van de zoon, schadevergoeding van de vader gevorderd voor de gevolgen van het letsel van de zoon. Die vordering is door de rechtbank toegewezen en speelt in de procedure bij de Hoge Raad geen rol meer. Daarnaast heeft de moeder een vordering ingesteld tegen Reaal, de aansprakelijkheidsverzekeraar van de vader. De wet geeft namelijk in geval van lichamelijk letsel waarvoor een ander aansprakelijk is, aan de benadeelde recht op rechtstreekse betaling van het bedrag dat de aansprakelijkheidsverzekeraar op grond van die verzekering verschuldigd is.

Opzetclausule

Reaal heeft zich tegen deze vordering verweerd met een beroep op de standaard opzetclausule die is opgenomen in de aansprakelijkheidsverzekering van de vader. Daarin staat, kort gezegd, dat de aansprakelijkheid van een verzekerde niet gedekt is indien hij de schade heeft veroorzaakt door een opzettelijke gedraging tegen een persoon of zaak. Volgens Reaal is in dit geval sprake van zo’n opzettelijke gedraging van de vader. Daarom is Reaal van mening dat zij op grond van de opzetclausule in de verzekeringsovereenkomst geen uitkering verschuldigd is.

Zowel de rechtbank als het gerechtshof (ECLI:NL:GHDHA:2015:3916) verwierp het beroep van Reaal op de opzetclausule en wees de vordering van de moeder toe. Reaal stelde vervolgens beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. In zijn uitspraak geeft de Hoge Raad richtlijnen voor de uitleg en toepassing van de opzetclausule, waarover in de praktijk veel verdeeldheid bestaat. Volgens deze richtlijnen moet worden beoordeeld of de schade toebrengende handeling naar objectieve maatstaven op het schadelijke gevolg was gericht.

Volgens de toelichting van de verzekeraars beoogt de opzetclausule enerzijds vooral schade als gevolg van crimineel gedrag van vergoeding uit te sluiten. Anderzijds heeft de AVP ook een maatschappelijke functie bij schadevoorvallen. De AVP biedt namelijk ook het slachtoffer bescherming tegen schade als gevolg van onrechtmatige gedragingen van de verzekerde. Dat biedt ruimte om, ook bij opzettelijke handelingen die schade veroorzaken, redelijke en maatschappelijk aanvaardbare resultaten te bereiken. De Hoge Raad oordeelt dat in de bijzondere omstandigheden van dit geval geen grond bestaat voor toepassing van de opzetclausule, onder meer omdat de vader sterk verminderd toerekeningsvatbaar was en hij met het schudden alleen maar wilde bereiken dat de baby zou ophouden met huilen. Reaal is dan ook gehouden om op grond van de AVP de schade als gevolg van het letsel van het kind te vergoeden.

Origineel artikel lezen? Klik hier.

Lees minder <

Rechtbank verplicht gesprek tussen scheidende ouders en kinderen

Rechtbank Zwolle verplicht scheidende ouders met hun kinderen in gesprek te gaan, zodat ze in

Lees verder >

Rechtbank Zwolle verplicht scheidende ouders met hun kinderen in gesprek te gaan, zodat ze in samenspraak tot concrete afspraken over de zorgtaken komen. Het betreft een pilot die start per 1 mei en een jaar duurt.

Het ouderschapsplan dat scheidende ouders nu verplicht moeten opstellen bevat de bepaling dat ‘op passende wijze’ betrokken moeten zijn bij het opstellen van het plan. Dit is een vrij holle bepaling. Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, stelt daarom strengere eisen aan de rol van kinderen bij de afspraken die ouders maken.

Bruggesprek

De pilot moet ervoor zorgen dat ouders een zogeheten ‘bruggesprek’ voeren met de kinderen over de verzorging en opvoeding. Ouders die (nog) geen ouderschapsplan hebben en geen gesprek met de kinderen hebben gevoerd, moeten voortaan de rechter informeren over hoe de kinderen reageren op de lopende omgangsregeling.

De Vrije Universiteit en Universiteit Tilburg doen onderzoek naar de effecten van het bruggesprek en de informatieverstrekking over de kinderen. De pilot is een initiatief van de werkgroep Kind en Scheiden. Deze werkgroep bestaat uit familierechters, advocaten, psychologen en scheidingsmediatoren. Ook de Raad voor de kinderbescherming was betrokken bij de ontwikkeling van de pilot.

Rouvoet

De pilot is in lijn met het voorstel dat André Rouvoet, voorzitter van het Platform Scheiden zonder Schade, vorige maand aan het kabinet presenteerde. Met zijn voorstel wil hij de schade van scheidingen voor kinderen zo veel mogelijk te beperken. Rouvoet pleit ervoor dat één rechter de hele scheiding afwikkelt en één ‘gezinsadvocaat’ verantwoordelijk is voor de belangen van alle betrokken.

In het februarinummer van het Advocatenblad zei Rouvoet: ‘Aan het huidige toernooimodel kleven nadelen. Op zich kan een scheiding op tegenspraak heel goed lopen. Maar dat je allebei een advocaat inhuurt die helaas in veel gevallen probeert het gelijk naar zich toe te trekken en de ander te verzwakken in zijn argumentatie, staat onder druk. Daar worden de kinderen gemakkelijk de dupe van.’

Gezinsadvocaat

Het concept van de gezinsadvocaat wordt uitgewerkt door een werkgroep. Kenmerkend voor deze gezinsadvocaat is dat hij niet gaat voor het belang van één cliënt, maar meervoudig partijdig is. Lid van de kerngroep Wampie van Arkel zei in het januarinummer van het Advocatenblad: ‘Zo kan de focus blijven op het belang van de kinderen en het bereiken van een duurzame regeling, waardoor ouders een oplossing krijgen voor hun geschillen en niet in een strijd terechtkomen of blijven.’

Lees minder <

Geheimhoudingsplicht geschonden? Ontslag op staande voet mogelijk

In een recente zaak was een man, werknemer bij een bedrijf, in gesprek met een

Lees verder >
In een recente zaak was een man, werknemer bij een bedrijf, in gesprek met een nieuwe werkgever. Vlak voordat hij bij zijn huidige werkgever aankondigt de overstap te maken de nieuwe werkgever, een directe concurrent, e-mailt hij de gehele klantenlijst van zijn werkgever, inclusief de bijbehorende afnamecijfers over twee jaar, aan het e-mailadres van zijn echtgenote. De werkgever komt hier achter en ontslaat de man op staande voet.

De rechter overweegt in deze zaak dat de werknemer geen goede verklaring had voor het naar zijn echtgenote e-mailen van de bedrijfsgegevens. De man voerde aan dat dat hij de e-mail had gestuurd omdat hij thuis een printer had en dat de e-amil handig was zo vlak voor de bouwvakvakantie, omdat hij vanuit huis werkte. Bovendien deed hij dit wel vaker. Daarnaast meende hij dat zijn echtgenote geen derde is, zodat de geheimhouding niet zou zijn geschonden.

Oordeel rechter

De rechter gaat niet mee met de man, allereerst omdat vanuit het perspectief van een werkgever de echtgenote als derde wordt beschouwd. Des te meer als het om gevoelige informatie gaat die onder de geheimhoudingsplicht van de werknemer valt. Daarnaast is van belang dat de man doende was over te stappen naar een concurrent. De rechter legt een forse boete op, plus aanvullende verboden om informatie van het bedrijf aan derden te verstrekken.

Oplossing?

Er zijn nogal wisselende rechterlijke uitspraken over de vraag of de werknemer bestanden van de werkgever naar zijn privé e-mailadres mag sturen. Dit kan immers prima passen binnen het normale kader van iemands werkzaamheden.

Om discussies te voorkomen is het opstellen van een intern beleid, bedrijfsregels en/of instructies met betrekking tot privacy, e-mail, internet, sociale media etcetera noodzakelijk om een handvat te bieden aan de werkgever wat betreft het optreden tegen werknemers die bedrijfsinformatie doorsturen buiten het interne netwerk.

Lees minder <

Juristen moeten zich gaan verdiepen in ‘blockchain’

Blockchain technologie heeft de afgelopen tijd snel aan bekendheid gewonnen en blijft nog lang belangrijk. Bedrijfsjuristen

Lees verder >

Blockchain technologie heeft de afgelopen tijd snel aan bekendheid gewonnen en blijft nog lang belangrijk. Bedrijfsjuristen doen er goed aan zich daarop voor te bereiden. Ze hoeven niet alle ins en outs van het programmeren te leren, maar het is noodzakelijk dat ze minimaal begrijpen waar het over gaat.

De bedrijfsjurist zal zijn eigen rol opnieuw moeten uitvinden, omdat het het juridisch landschap er over vijf jaar heel anders uitziet dan nu. Er bestaan in de juridische wereld nog veel misverstanden rondom het begrip blockchain. In het kort komt het erop neer dat met behulp van deze techniek op decentrale wijze gegevens worden verzameld, zonder dat er sprake is van een beheerder. Privacy wordt hierbij optimaal gewaarborgd. De meest kansrijke toepassingen van blockchain liggen in de sfeer van de transacties en bewijs.

Een van de meest populaire toepassingen van blockchain zijn de smart contracts. Het gaat hier over een uitvoeringsdocument waarin allerlei voorwaardelijkheden staan: als partij A iets doet, doet partij B automatisch iets anders. Denk daarbij aan een verzekeraar van vliegtuigmaatschappijen. In plaats van het opstarten van een lange claimprocedure, wordt via blockchain automatisch betaald zodra de database waarin alle vertragingen worden bijgehouden ververst wordt.

Juristen moeten met de tijd mee en opletten dat er geen misverstanden ontstaan. Zo kunnen spraakverwarringen tussen ’techneuten’ en juristen grote gevolgen hebben voor het verloop van de zaak. Beide partijen moeten elkaar beter gaan begrijpen, de jurist zal zich moeten verdiepen in de technologie en de daarbijbehorende taal.

Oorspronkelijk artikel lezen? Klik hier.

Lees minder <

Bewindvoerder veroordeeld voor verduistering geld klanten

De rechtbank heeft een 42-jarige vrouw veroordeeld voor verduistering in haar functie als bewindvoerder. Ze

Lees verder >

De rechtbank heeft een 42-jarige vrouw veroordeeld voor verduistering in haar functie als bewindvoerder. Ze heeft een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk, opgelegd gekregen.

De vrouw heeft zich ruim drieënhalf jaar schuldig gemaakt aan verduistering van geldbedragen van al haar 15 cliënten. Ze maakte een grote puinhoop van haar taak als bewindvoerder. Naast het verduisteren van gelden, hield zij nauwelijks administratie bij. Ook betaalde de vrouw sommige rekeningen niet en liet ze de schulden oplopen.

Grote gevolgen

Haar handelen heeft grote gevolgen gehad voor haar cliënten. Hun schulden liepen flink op. Bovendien zijn een aantal klanten (bijna) het huis uitgezet, terwijl sommigen voor lange tijd onverzekerd hebben auto hebben gereden. De rechtbank neemt het de vrouw zeer kwalijk dat zij telkens geld heeft weggenomen van deze kwetsbare mensen, terwijl het juist haar taak was om haar cliënten bij hun schulden te helpen. De vrouw heeft het verduisterde geld nog niet terugbetaald. De rechtbank vindt het verwijtbaar dat de vrouw de situatie zo onverantwoord lang heeft laten voortduren. Iedere keer verzon de vrouw smoesjes wanneer zij met haar disfunctioneren werd geconfronteerd.

Bijzondere voorwaarde

De rechtbank vindt alleen een deels onvoorwaardelijke celstraf een passende straf. Daarbij houdt de rechtbank rekening met de lange periode waarover zij het feit heeft gepleegd. Bovendien spelen de kwetsbaarheid van haar cliënten en de grote gevolgen die het voor hen heeft gehad een rol in de straftoemeting. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf verbindt de rechtbank als bijzondere voorwaarde dat de vrouw schuldhulpverlening dient te volgen. Zo kan zij haar slachtoffers zo snel mogelijk terugbetalen.

Schadevergoeding

Tot slot moet de vrouw aan een aantal cliënten schadevergoeding, in totaal ruim 40.000 euro, betalen. Dit is het bedrag dat zij van hen heeft verduisterd.

Lees minder <

Verhaalbaarheid ontruimingskosten kraakpand

De deurwaarderskosten en de kosten voor toezicht bij de ontruiming van een gekraakte locatie moeten

Lees verder >

De deurwaarderskosten en de kosten voor toezicht bij de ontruiming van een gekraakte locatie moeten door de gebruikers aan de gemeente Den Haag vergoed worden. Dat heeft het gerechtshof Den Haag bepaald. Het Haagse hof heeft uitspraak gedaan over de financiële gevolgen van de ontruiming van ‘De Vloek’ te Scheveningen.

Uitspraak in eerste aanleg

In 2002 werd de Hellingweg 127 in Scheveningen gekraakt en kwam daar een zogenaamde broedplaats in, ook wel ‘De Vloek’ genoemd. De Vloek kreeg de locatie in bruikleen van de gemeente. In 2015 moest het kraakpand leeg en ontruimd worden om plaats te maken voor nieuwbouw. Veel gebruikers van De Vloek zijn toen vrijwillig uit het kraakpand naar een andere locatie vertrokken. De locatie is op 9 september 2015 door de politie ontruimd. De gebruikers die weigerden om vrijwillig weg te gaan, zijn door de politie uit het kraakpand gezet. Deze gebruikers hebben zich daarbij verzet met barricades en verfbommen. Zij zijn diezelfde dag aangehouden en daarna strafrechtelijk vervolgd. De gemeente heeft kosten gemaakt voor de deurwaarder, het weghalen van spullen, schoonmaak, toezicht en beveiliging en wil dat de achtergebleven gebruikers die kosten vergoeden. Deze civiele zaak ging daarover. De rechtbank heeft dit bij vonnis van 21 december 2016 gedeeltelijk toegewezen. De gebruikers en de gemeente zijn hiertegen in hoger beroep gegaan.

Uitspraak in hoger beroep

Het hof heeft bepaald dat de destijds achtergebleven gebruikers van het pand de deurwaarderskosten en de kosten voor toezicht op 9 september 2015 aan de gemeente moeten betalen. Deze kosten had de gemeente niet hoeven maken als de gebruikers vrijwillig waren weggegaan. Dat geldt niet voor de kosten voor het weghalen van spullen en schoonmaak. De gemeente heeft niet inzichtelijk gemaakt welke kosten hiervoor nodig waren. De loodsen op de locatie zijn direct gesloopt en alles tegelijk is afgevoerd. De kosten van beveiliging van het sloopterrein in de periode na de ontruiming zijn niet aan de gebruikers toe te rekenen. Deze kosten hoeven zij dus ook niet te betalen.

Lees minder <

Smartphone in houder bedienen tijdens besturen auto

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft uitspraak gedaan in een zaak over de oplegging van een sanctie

Lees verder >

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft uitspraak gedaan in een zaak over de oplegging van een sanctie op grond van de Wet Mulder voor het vasthouden van een smartphone tijdens het besturen van een auto. Het hof heeft degene aan wie de sanctie is opgelegd in het gelijk gesteld.

De beslissing van de kantonrechter

Op 24 juli 2017 heeft de kantonrechter in Leeuwarden geoordeeld dat onder het begrip ‘vasthouden’ ook moet worden verstaan het met één hand bedienen van een telefoon. Dit geldt ook indien deze geplaatst is in een telefoonhouder die bevestigd is op het dashboard. De kantonrechter heeft de sanctie van de officier van justitie in stand gelaten. Tegen deze beslissing is hoger beroep ingesteld door degene aan wie de sanctie is opgelegd en door de officier van justitie.

Hoger beroep van de officier van justitie niet-ontvankelijk

De officier van justitie is het eens met de beslissing van de kantonrechter maar heeft de zaak voorgelegd aan het hof, de hoogste rechter in Mulderzaken, om duidelijkheid te verkrijgen of ook in gevallen als deze sancties kunnen worden opgelegd.

Volgens het hof vormt deze wens van de officier van justitie geen belang voor de behandeling van het hoger beroep. Het hoger beroep van de officier van justitie is daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Wel de telefoon bedienen, niet vasthouden

In deze zaak kan niet worden vastgesteld dat de telefoon is vastgehouden tijdens het besturen, wat wel een strafbaar feit zou zijn. Volgens de verbalisant is de telefoon bediend tijdens het besturen van de auto terwijl de telefoon in een houder was geplaatst. Volgens het hof valt het bedienen van een mobiele telefoon terwijl deze niet wordt vastgehouden niet onder het bereik van artikel 61a Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). In dit artikel wordt gesproken over het vasthouden van een mobiele telefoon en niet van telefoneren.

Lees minder <