Chatbots of toch persoonlijk contact?

Onderzoek van de Consumentenbond toont aan dat consumenten niet te spreken zijn over de inzet

Lees verder >

Onderzoek van de Consumentenbond toont aan dat consumenten niet te spreken zijn over de inzet van chatbots als klantenservicemedewerker. 

Enquête onder 10.000 panelleden

Om de tevredenheid over chatbots te peilen heeft de Consumentenbond een enquête afgenomen onder ruim 10.000 panelleden. Van de ondervraagden heeft 40% weleens te maken gehad met een chatbot. Maar liefst 78% van hen gaf aan dat de chatbot ook weleens geen volledig antwoord gaf op hun vraag.

Tweederde van de ondervraagden is niet tevreden over het contact met chatbots. Bijvoorbeeld omdat de robot geen antwoord gaf op de vraag (52%) of die slechts gedeeltelijk beantwoordde (26%). De chatbot herkent vragen vaak niet of niet snel genoeg. Soms blijven consumenten ook steeds in het hetzelfde kringetje ronddraaien. Consumenten vinden ook dat het vaak te lang duurt voordat ze een echte medewerker te spreken krijgen. Verder storen consumenten zich eraan dat de chatbots vaak antwoorden geven die ze zelf ook op de website hadden gevonden.

Telefonisch contact heeft de voorkeur

Behalve dat de chatbots vaak het antwoord op de gestelde vraag niet weten, ervaren consumenten het contact ook als onpersoonlijk. Slechts 15% van de ondervraagden vindt chatten met een robot geen probleem. De meeste mensen (71%) hebben het liefst telefonisch contact. Ook e-mailen vinden veel ondervraagden prima (53%). Daarna volgt chatten met een echte medewerker (15%). 80% van de panelleden vindt bovendien dat telefonisch contact krijgen met bedrijven steeds moeilijker wordt, bijvoorbeeld omdat de telefoonnummers verstopt zijn op de website.

Contact met ons opnemen?

Ons kantoor vindt het van groot belang dat iedereen gemakkelijk contact kan opnemen met ons. Persoonlijk contact en maatwerk staan voor ons kantoor centraal. Ons kantoor is daarom op verschillende manieren bereikbaar.

Telefonisch

Tijdens kantooruren zijn wij telefonisch bereikbaar op 073 612 4124. Kantooruren zijn bij ons van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 uur en 12.30 uur en tussen 13.00 en 17.00 uur.

Per e-mail

Daarnaast kunt u ons altijd een e-mail sturen, die vervolgens zo snel mogelijk beantwoord zal worden. Ons algemene e-mailadres is info@vandervliesincasso.nl. U kunt natuurlijk ook een e-mail sturen aan uw persoonlijke contactpersoon via de individuele e-mailadressen van onze medewerkers.

Maak een vrijblijvende (telefonische) afspraak

Indien u graag een vrijblijvend gesprek wenst, kunt u ons een bellen of een e-mail sturen. U kunt ook ons online formulier invullen via deze link. Een medewerker van ons kantoor neemt vervolgens zo snel mogelijk contact met u op.

Direct online een zaak aanleveren

Heeft u een vordering op een debiteur die u aan ons kantoor uit handen wilt geven? U kunt dan ook direct online een zaak aanleveren via deze link. Een medewerker van ons kantoor neemt vervolgens zo snel mogelijk contact met u op.

Lees minder <

Podcast van de Rechtspraak

De Rechtspraak is gestart met een maandelijkse podcast over het strafrecht. De Staat van het Strafrecht

Lees verder >

De Rechtspraak is gestart met een maandelijkse podcast over het strafrecht.

De Staat van het Strafrecht

In “De Staat van het Strafrecht” bespreken Jacco Janssen en Margje van Weerden actuele ontwikkelingen in het strafrecht. In de eerste aflevering staat de taakstraf centraal. Daarnaast wordt besproken hoe het taakstrafverbod de rechter belemmert in het leveren van maatwerk. Beluister de podcast via deze website of zoek hem op in je favoriete podcast-app (bijvoorbeeld Spotify).

Lees minder <

Webinars over de positie van de schuldeiser

In maart zijn twee webinars gegeven over de positie van de schuldeiser. Deze webinars zijn

Lees verder >

In maart zijn twee webinars gegeven over de positie van de schuldeiser. Deze webinars zijn terug te kijken via de website https://www.positieschuldeiser.nl. De webinars zijn verzorgd door  de KBvG, VVCM, VCMB en NVI. Het idee om informatieve webinars te geven, hangt samen met de steeds minder sterke positie van de schuldeiser. 

De afgelopen jaren wordt de rechtspositie van de schuldeiser/leverancier gemarginaliseerd onder invloed van de maatschappelijke aandacht voor schulden en armoede. Waar de wet eerder de leverancier beschermde om zijn recht op betaling te borgen, wordt dat nu stelselmatig uitgehold door nieuwe wet- en regelgeving.

Balans brengen in de belangenafweging

De vier initiatiefnemers vinden dat het tijd wordt dat de balans hersteld wordt en dat de belangen van de schuldeiser/leverancier meegewogen worden in het beleid, de regelgeving en de discussie over schulden. Met de website https://www.positieschuldeiser.nl en de webinars daarop vragen de vier partijen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en hun (demissionaire) bewindslieden om zich actief op te stellen om de erosie van de positie van de schuldeiser te stoppen. Een meer gebalanceerde positie van de schuldeiser is van groot belang voor de continuïteit en betrouwbaarheid van het economisch verkeer.

Op https://www.positieschuldeiser.nl zijn twee webinars terug te kijken. De eerste webinar is gegeven op 10 maart en de tweede webinar is gegeven op 24 maart. Met de webinars wordt aandacht gevraagd voor de positie van de schuldeiser. Daarnaast is het de bedoeling dat een dialoog tot stand komt met de Tweede Kamerleden en de verantwoordelijke ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken en Milieu.

Webinar 1: Herstel de balans tussen schuldeiser en schuldenaar

Het eerste webinar concentreert zich op het herstel van de balans tussen de schuldeiser en de schuldenaar. Beiden verdienen bescherming. Mathijs Bouman, econoom en journalist voor o.a. het FD en Nieuwsuur, deelt zijn visie over de economische consequenties van de onbalans. Aansluitend is een paneldiscussie waarin de voorzitters van de initiatiefnemers over dit onderwerp met elkaar van gedachten wisselen.

Webinar 2: Stop de preferentie van de overheid bij invordering

Het tweede webinar stelt de voorkeurspositie bij incasso/invordering van de overheid ter discussie. Private schuldeisers worden hierdoor ernstig benadeeld, waardoor ze zelf in betalingsproblemen (dreigen te) komen en de hele waardeketen wordt aangetast. Mathijs Bouman, econoom en journalist, bespreekt in zijn presentatie waarom het juist in de Corona-crisis nodig is om de preferentie van de overheid te verlaten. Aansluitend is een paneldiscussie waarin de voorzitters van de initiatiefnemers over dit onderwerp met elkaar van gedachten wisselen.

Lees minder <

Betalingsproblemen? Bel ons dan!

De coronacrisis heeft (nog steeds) een grote invloed op het dagelijks leven. De financiële gevolgen

Lees verder >

De coronacrisis heeft (nog steeds) een grote invloed op het dagelijks leven. De financiële gevolgen van een jaar in onzekerheid beginnen zichtbaar te worden: ondernemers en burgers hebben het financieel zwaar. De KBvG en de gerechtsdeurwaarders in Nederland zijn betrokken bij de maatschappij. De KBvG is daarom opnieuw gestart met de campagne “bellen is oplossen”

De campagne is in 2020 ook al ingezet om burgers en ondernemers te stimuleren snel te bellen om betalingsproblemen op te lossen. De campagne wordt ingezet namens de gerechtsdeurwaarders, de leden van de KBvG. Als er betalingsproblemen spelen, is bellen de snelste manier om met de gerechtsdeurwaarder te overleggen hoe die problemen opgelost kunnen worden. Samen met de gerechtsdeurwaarder kan men de situatie bespreken en kan er een passende oplossing worden gezocht. Dat voorkomt dat schulden onnodig verder oplopen.

De boodschap wordt net als in 2020 uitgezonden op de publieke radio-omroepen. Daarnaast is de website www.bellenisoplossen.nl te bezoeken. Ook op sociale media wordt aandacht gevraagd voor deze belangrijke oproep.

Samen oplossen
Er rust helaas nog steeds een taboe op het onderwerp schulden. Met de campagne “bellen is oplossen” steekt de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders de hand uit. Het is geen schande om schulden te hebben, het kan iedereen overkomen. Als je betalingsproblemen krijgt, is snelle communicatie met de gerechtsdeurwaarder belangrijk. Er valt met gerechtsdeurwaarders te praten. Bespreek je schulden en samen met de gerechtsdeurwaarder kan een oplossing worden bedacht. Ons telefoonnummer is 073 6 124 124.

Lees minder <

Wet vereenvoudiging beslagvrije voet van werking per 2021

Op 1 januari 2021 treedt de wet vereenvouding beslagvrije voet in werking. De beslagvrije voet

Lees verder >

Op 1 januari 2021 treedt de wet vereenvouding beslagvrije voet in werking. De beslagvrije voet is het deel van het inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd door schuldeisers. Mensen die te maken krijgen met beslaglegging op hun inkomen houden door de beslagvrije voet altijd een minimum bedrag over om van te leven. 

De wet vereenvoudiging beslagvrije voet maakt de berekening van de beslagvrije voet betrouwbaarder. Beslagleggende partijen zijn door de nieuwe wet beter op de hoogte van elkaars beslagen. Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): “Mensen met problematische schulden dienen hoe dan ook een minimum bedrag te hebben om van te leven. Het kan niet zo zijn dat je dieper in de problemen komt doordat je maandelijks meer moet aflossen dan mogelijk. Ook met het oog op de coronacrisis is het belangrijk dat we voorkomen dat mensen verder in de knel komen en dat we inkomens beschermen door een juiste berekening van de beslagvrije voet.”

Veranderingen door nieuwe wet

Mensen hoeven door de nieuwe wet in beginsel zelf geen gegevens meer te verstrekken voor het vaststellen van de beslagvrije voet. Deze gegevens worden uit bestaande registraties gehaald. In de meeste gevallen kan de beslagvrije voet dan worden vastgesteld aan de hand van de leefsituatie, het inkomen van de persoon in kwestie en dat van de eventuele partner.

Ingang per 1 januari 2021, volledig in werking per 1 juli 2021

Een aantal organisaties maakt gebruik van een overgangstermijn. Deze organisaties hebben meer tijd nodig om aan te sluiten op de rekentool die is ontwikkeld om de beslagvrije voet te berekenen. Op 1 juli 2021 treedt de wet bij alle betrokken partijen volledig in werking.

De invoering van de wet betekent ook dat het internetportaal Uw beslagvrije voet beschikbaar komt. Burgers en hun hulpverleners kunnen via deze website snel en makkelijk informatie vinden en de beslagvrije voet controleren. Daarnaast krijgen burgers één centraal aanspreekpunt wanneer zij te maken hebben met meerdere beslagen. De coördinerend deurwaarder fungeert dan als centraal aanspreekpunt.

Wet onderdeel van “Brede schuldenaanpak”

De invoering van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet is onderdeel van de zogeheten “Brede schuldenaanpak” van het kabinet. Het kabinet werkt in deze aanpak samen met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties. De aanpak behelst een veertigtal acties op tal van fronten om de schuldenproblematiek terug te dringen, gericht op preventie, snelle en effectieve schuldhulp en een zorgvuldige, maatschappelijk verantwoorde incasso.

Meer informatie kunt u hier lezen.

Lees minder <

Griffierechten 2021 bekend

De griffierechten voor het nieuwe kalenderjaar zijn bekendgemaakt. Zie onderstaande tabel.

Lees verder >

De griffierechten voor het nieuwe kalenderjaar zijn bekendgemaakt. Zie onderstaande tabel.

Lees minder <

Rechtspraak: dringend advies om in gerechtsgebouwen mondkapjes te dragen

De Rechtspraak adviseert vanaf vrijdag 2 oktober dringend om ook in de publieke ruimten van

Lees verder >

De Rechtspraak adviseert vanaf vrijdag 2 oktober dringend om ook in de publieke ruimten van alle gerechtsgebouwen een mondkapje te dragen. Met dit advies sluit de Rechtspraak aan op het dringende advies van de overheid om niet-medische mondkapjes te dragen in alle publieke binnenruimtes, zoals winkels of overheidsgebouwen. In de zittingszalen hoeft, wanneer men zit, geen mondkapje gedragen te worden.

Eerder heeft de Rechtspraak al besloten om fysieke zittingen in de rechtszaal doorgang te laten vinden, omdat alle gerechtsgebouwen inmiddels coronabestendig en volgens de anderhalvemeter-norm zijn ingericht. Daar komt nu dus wel het dringende advies bij een mondkapje te dragen in de publieke ruimten van de gerechtsgebouwen.

Het dragen van een mondkapje geldt voor alle ‘openbare publieksruimtes’ in de gerechtsgebouwen. Denk bijvoorbeeld aan de hal, de wachtruimten, gangen, liften en trappenhuizen. Bezoekers wordt gevraagd een eigen mondkapje mee te brengen.

Lees minder <

Uitspraak: belang van het goed vastleggen van afspraken

Op 23 juli jl. heeft de kantonrechter te ‘s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin

Lees verder >

Op 23 juli jl. heeft de kantonrechter te ‘s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin ons kantoor eiseres bijstond. Kort samengevat speelde deze zaak tussen een uitvaartonderneemster en de erfgename van een overledene. De overledene had bij leven verschillende wensen voor haar begrafenis en laatste rustplaats besproken en vastgelegd. Al deze wensen zijn door de uitvaartonderneemster in acht genomen en opgevolgd. Na afloop van de begrafenis bleef de factuur van de uitvaartonderneemster echter onbetaald: de erfgename van de overledene betwistte onder meer de echtheid van de handtekening van haar moeder en stelde dat de uitvaart van haar moeder niet zo (omvangrijk) had mogen worden georganiseerd door de uitvaartondeemster.

In een tussenvonnis van medio november 2019 heeft de kantonrechter bepaald dat de stelplicht en bewijslast voor het bestaan en de omvang van de opdracht die de overledene aan de uitvaartonderneemster had verstrekt rustte op de uitvaartonderneemster. Hiertoe gaf de kantonrechter drie bewijsopdrachten mee aan de uitvaartondernemer:

  1. bewijs werd verlangd ter zake het bestaan en de omvang van de opdracht;
  2. bewijs werd verlangd met betrekking tot de echtheid van de handtekening van de overledene door middel van een deskundigenbericht;
  3. bewijs werd verlangd van het feit dat de uitvaart in overeenstemming was met de wijze waarop de overledene leefde.

De kantonrechter heeft daarbij direct opgemerkt dat als route 1 naar een geslaagde bewijslevering zou leiden, routes 2 en 3 niet meer bewandeld hoefden te worden. 

Vordering
De uitvaartonderneemster vorderde in hoofdsom een bedrag van € 16.154,20. Deze hoofdsom bestond uit verschillende bedragen, zoals de aanschaf van een uitvaartkist, de kosten voor het mortuarium en het grafrecht (ad € 9.500,00), personele kosten, de kosten voor bloemen en een fluitiste op de begraafplaats.

De uitvaartonderneemster stelde dat de overledene de invulling van de uitvaart met haar heeft besproken en aan haar heeft opgedragen, waarvoor zij verwees naar een document met de titel wilsbeschikking. In dit document stond samengevat dat de overledene aan de uitvaartonderneemster de opdracht tot het verzorgen van de uitvaart heeft verstrekt, dat de invulling van de uitvaart bekend was bij de uitvaartonderneemster en dat de overledene begraven wenste te worden op een specifieke natuurbegraafplaats.

Getuigenverklaringen
Om te voldoen aan de bewijsopdracht heeft de uitvaartonderneemster gekozen voor bewijslevering door het doen horen van getuigen. De uitvaartonderneemster heeft gesteld dat zij is benaderd door de overledene en dat zij in 2017 bij de overledene thuis is geweest. Op een later tijdstip is de uitvaartonderneemster ook bij de overledene op bezoek geweest in het ziekenhuist. De uitvaartonderneemster heeft verklaard dat zij met een opzetje voor de wilsbeschikking naar het ziekenhuis is gegaan: dat opzetje had zij in het ziekenhuis getypt en in tweevoud geprint. Tijdens het gesprek tussen de uitvaartonderneemster en de overledene was een getuige aanwezig. De getuige zou aanwezig geweest zijn bij het bespreken van de wensen van de overledene en bij het bespreken van de kosten, maar niet bij het ondertekenen van de wilsbeschikking. De uitvaartonderneemster heeft al tijdens het gesprek in het ziekenhuis de overledene uitgelegd dat je, als je begraven wenst te worden op een natuurbegraafplaats, je daar een speciale kist voor nodig hebt. Ook zouden ze gesproken hebben over de vaste kosten van een begrafenis; over de dragers, de rouwauto, over een bloemenarrangement, over de fluitiste en over de uitgebreide koffietafel bij een specifiek restaurant, in het kader waarvan de uitvaartonderneemster een raming zei te hebben gedaan van € 20.000,- voor alle kosten bij elkaar.

Meerdere getuigen hebben een schriftelijke verklaring afgelegd en zijn als getuige door de kantonrechter gehoord. Zo verklaarde een getuige dat de overledene de opdracht tot het verzorgen van de begrafenis heeft verstrekt aan de uitvaartonderneemster en om welke redenen de overledene voor de uitvaartonderneemster had gekozen. Voorts verklaarde de getuige dat ter sprake was gekomen dat de overledene begraven wilde worden op een natuurbegraafplaats en dat ze aangaf, toen ze op de kosten werd gewezen door de uitvaartonderneemster, dat ze dat voor lief nam. Daarnaast wilde de overledene graag een fluitiste op haar begrafenis en werden andere verzoeken besproken. Deze getuige heeft ook verklaard aanwezig te zijn geweest bij het ondertekenen van de wilsbeschikking door de overledene en gezien te hebben dat de overledene de wilsbeschikking aan de notaris heeft overhandigd.

Een andere getuige verklaarde dat de overledene de wensen die zij had met betrekking tot haar uitvaart met hem besproken had toen hij op bezoek was in het ziekenhuis. Daarnaast verklaarde de getuige dat hij de overledene aan de notaris heeft horen vertellen dat zij aan de uitvaartonderneemster de opdracht tot het verzorgen van de uitvaart heeft verstrekt. Ook de wilsbeschikking had de getuige gezien.

Ook de notaris heeft een verklaring afgelegd met betrekking tot de wilsbeschikking, waarvan de echtheid door de erfgename van de overledene werd betwist. De notaris heeft verklaard dat zij de overledene heeft bezocht in het ziekenhuis, dat zij daar twee gesprekken heeft gehad met de overledene en dat zij de wilsbeschikking herkent en dat zij daarvan een exemplaar in haar administratie heeft. De notaris wenste niet te verklaren of het een kopie of een origineel exemplaar betrof. De notaris wenste verder geen antwoord te geven op de vraag of zij er van op de hoogte was of Moeder de opdracht tot het verzorgen van de uitvaart aan de uitvaartonderneemster had verstrekt en kon niet verklaren of de overledene daarover iets tegen haar had gezegd. Wel bevestigde zij dat zij na het overlijden van de overledene contact heeft gehad met de uitvaartonderneemster over de uitvaart en dat zij aan de erfgename van de overledene heeft verteld dat zij over de uitvaart contact kan opnemen met de uitvaartonderneemster.

De erfgename van de overledene heeft in de procedure afgezien van haar recht op contra-enquête. In de conclusie na enquête heeft de uitvaartonderneemster gesteld dat dat zij in haar bewijsopdracht is geslaagd omdat uit de getuigenverklaringen blijkt dat zij opdracht heeft gekregen van de overledene om de uitvaart te verzorgen en dat de inhoud van de opdracht luidt zoals eerder al was gesteld. De erfgename van de overledene stelde dat de uitvaartonderneemster niet was geslaagd in haar bewijsopdracht, gelet op tegenstrijdigheden in de verklaringen van de getuigen.


Bewijswaardering
Daarop heeft de kantonrechter voorop gesteld dat
de waardering van het bewijs aan het oordeel van de rechter is overgelaten (artikel 152 lid 2 Rv). Een uitzondering hierop vormen onder meer de dwingende bewijskracht van bepaalde stukken (zoals onderhandse en authentieke aktes (artikel 156 e.v. Rv) en de beperkte bewijskracht van een partijgetuige (artikel 164 lid 2 Rv). Daarbij kan een getuigenverklaring slechts als bewijs dienen als de verklaring betrekking heeft op de getuige uit eigen waarneming bekende feiten (163 Rv). Feiten van algemene bekendheid mogen door de kantonrechter aan haar beslissing ten grondslag worden gelegd, zonder dat deze zijn gesteld en zonder dat daaromtrent bewijs moet worden geleverd (149 lid 2 Rv).

Daarop heeft de kantonrechter geoordeeld dat de uitvaartonderneemster, voor wat betreft het bestaan van de opdracht en voor wat betreft de uit te voeren werkzaamheden, geslaagd is in de bewijslevering. De kantonrechter acht daarbij van doorslaggevend belang dat: 1) twee getuigen gelijkluidend hebben verklaard over de redenen waarom de overledene de uitvaartonderneemster heeft benaderd; 2) twee getuigen en de uitvaartonderneemster zelf in detail en eensluidend hebben verklaard over de inhoud van de opdracht; 3) de notaris bij de overledene op bezoek is geweest in het ziekenhuis en er een ondertekend exemplaar van de wilsbeschikking in de administratie van de notaris zit.

De kantonrechter heeft verder overwogen dat de erfgename van de overledene terecht aangaf dat er wat verschillen bestaan tussen a) de verklaringen van de uitvaartonderneemster over het vervaardigen van het wilsbeschikkingsdocument b) de verklaringen van de uitvaartonderneemster en een getuige over de aanwezigen bij ondertekening van het document en c) de verklaringen van de twee getuigen over de wijze waarop het document bij de notaris terecht is gekomen. Deze verschillen doen er volgens de kantonrechter echter niets aan af dat i) de inhoud van het document strookt met de verklaringen die de uitvaartonderneemster en de twee getuigen hebben afgelegd en ii) dat er een exemplaar van het document in de administratie van de notaris terecht is gekomen. Volgens de kantonrechter is het een feit van algemene bekendheid dat herinneringen de werkelijkheid nooit volledig kunnen omvatten. Het is daarom, aldus de kantonrechter, niet verwonderlijk dat bepaalde details die op dat moment niet significant lijken – zoals de ondertekening van een document – niet of niet nauwkeurig worden opgeslagen en andere details – zoals de wensen van een iemand die niet lang meer te leven heeft – beter blijven hangen.

Dat er geen gebruik is gemaakt van het invulformulier “wensen voor de uitvaart” werd door gedaagde opmerkelijk gevonden. De kantonrechter achtte dit niet van belang, aangezien hij het aannemelijk achtte dat het formulier niet gebruikt hoeft te worden als iemand zijn/haar wensen al vrij precies weet. Ook de omstandigheid dat er geen offerte of bevestiging is verstuurd door eiseres doet volgens de kantonrechter niets af aan het tot stand komen van de afspraak.

De overeenkomst tot het verzorgen van een uitvaart kwalificeert de kantonrechter als een overeenkomst van opdracht. Op grond van artikel 7:405 lid 1 BW heeft een opdrachtgever die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf recht op loon. Ingevolge lid 2 is dit het door partijen bepaalde loon of – bij gebreke daarvan – het gebruikelijke loon of – bij gebreke daarvan – een redelijk loon. Ingevolge artikel 7:406 lid 1 BW heeft de opdrachtnemer recht op vergoeding van de onkosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de opdracht, voor zover deze niet in het loon zijn inbegrepen. Niet in geschil is dat eiseres handelde in de oefening van een beroep of bedrijf en uit dien hoofde loon verschuldigd was.

Beoordeling
De kantonrechter oordeelde dat route 1 heeft geleid tot een geslaagde bewijslevering door eiseres. Over exacte prijzen heeft de kantonrechter zich een oordeel kunnen vormen buiten de getuigenverhoren om en daarom konden routes 2 en 3 buiten beschouwing worden gelaten. De kantonrechter heeft vonnis gewezen en daarbij de vordering van eiseres toegewezen.

Leest u graag de hele uitspraak? Het vonnis leest u in het uitsprakenregister op rechtspraak.nl

Lees minder <

NOS: “Schuldengolf zzp’ers op komst”

In een artikel van vorige week heeft de NOS aandacht besteed aan de groep zzp’ers

Lees verder >

In een artikel van vorige week heeft de NOS aandacht besteed aan de groep zzp’ers die de komende tijd in financiële problemen zal komen door de coronacrisis. Deze groep neemt naar verwachting flink toe, omdat veel zzp’ers het hoofd niet meer boven water kunnen houden als de financiële noodmaatregelen vanuit de overheid stopgezet worden. Daarbij moet volgens experts worden opgeteld dat gemeenten de schuldhulpverlening niet op orde hebben, wat kan leiden tot grote grote problemen voor ondernemers die de komende tijd schulden opbouwen.

SchuldenlabNL en Deloitte berekenden eerder dit jaar al dat naar verwachting 307.000 tot 566.000 zzp’ers voor langere tijd hun inkomen zullen zien terugvallen, mede ten gevolge van de coronacrisis. Onderzoekers waarschuwen dat daar volgend jaar nog eens tienduizenden bij komen. Daarnaast verwachten onderzoekers dat het inkomensverlies gaat leiden tot meer problematische schulden.

In deze kwestie speelt ook de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (de TOZO) een rol. De TOZO zorgt nu nog voor zuurstof, maar dat houdt ook een keer op. Daarbij komt dat het moment dat het uitstel van belastingbetalingen afloopt. Onderzoekers verwachten dat er dan heel veel zzp’ers zullen struikelen, maar het blijft vooralsnog de vraag wanneer dat stuikelmoment precies is.

Neem contact op!

Met (oplopende) schulden is niets zo belangrijk als snel contact opnemen. Vanzelfsprekend kunnen ook zzp’ers door een gerechtsdeurwaarder gesommeerd worden tot betaling van een onbetaald gelaten vordering. Mocht u van ons kantoor sommaties of herinneringen hebben ontvangen en bent u niet in de gelegenheid om de openstaande vordering ineens te betalen, neemt u dan vooral zo snel mogelijk (telefonisch) contact met ons op via de contactgegevens die vermeld zijn in de door u ontvangen brief of via dit e-mailadres. In veel gevallen is het treffen van een betalingsregeling een optie. Mede gelet op onze status als SVI Keurmerkhouder houden wij rekening met de financiële positie van de schuldenaar en behoort het treffen van een betalingsregeling tot de opties om een onbetaalde vordering alsnog te voldoen. Lees meer over de werkwijze van ons kantoor op deze pagina.

Lees minder <

Positief toetsingsverslag KBvG

In navolging van het bericht dat het Keurmerk SVI is verlengd voor ons kantoor is

Lees verder >

In navolging van het bericht dat het Keurmerk SVI is verlengd voor ons kantoor is ons kantoor ook positief beoordeeld in het kader van de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit.

Deze Normen voor Kwaliteit zijn kwaliteitsnormen voor bedrijfsvoering en dienstverlening. Ieder gerechtsdeurwaarderskantoor wordt aan de hand van deze kwaliteitsnormen eens per twee jaar getoetst door een onafhankelijke en externe auditor. De KBvG Normen voor Kwaliteit zijn beschreven in de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit en zien op verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering en dienstverlening binnen een gerechtsdeurwaarderskantoor. U kunt daarbij denken aan zaken als dossierbehandeling, informatieverstrekking, integriteit, toegankelijkheid en communicatie, klachtenbehandeling, onafhankelijkheid en juiste afwikkeling van zaken.

Lees minder <